The Divine Life Society
Afdeling Aalst |
Een boodschap die Swami Sivananda uitsprak in 1949.
Het oude evangelie voor
de moderne mensheid
Swami Sivananda
Gietaa Jayanti Boodschap, 1949
De Bhagavad Gietaa is een oude oplossing ook voor moderne problemen. De problemen die de mens het hoofd moet bieden, zijn in wezen dezelfde in alle tijden, hoewel ze verschijnen in verschillende gedaantes op verschillende ogenblikken. De grootheid van de Gietaa is gelegen in het feit dat ze een integraal evangelie is, een oplossing voor alle problemen in al hun aspecten, op alle ogenblikken, op alle plaatsen en onder alle omstandigheden. De Gietaa werd uitgesproken door Krishna, de integrale persoon, die de Ultieme Werkelijkheid vertegenwoordigt. De Gietaa was een onderrichting aan Arjoena, die de echte mens vertegenwoordigt. De problemen die Arjoena het hoofd moest bieden, moet de hele mensheid het hoofd bieden. De Gietaa is het antwoord op de universele vraag van het leven als geheel.
Sociale problemen, politieke problemen en individuele problemen, in verband met de verschillende levensomstandigheden, fysiek, intellectueel en spiritueel, zijn alle uitlopers van bepaalde fundamentele moeilijkheden, die verschijnen om van het bestaan een scene van acute rusteloosheid en droefheid te maken.
Vrede, overvloed en geluk schijnen de factoren te zijn die de levenswaarden bepalen; het ontbreken ervan wordt de bron van ernstige tekorten en problemen; hun voortdurende aanwezigheid schijnt alle vormen van leed te verdrijven. De basisvergissing van de mens, waarop de Gietaa de vinger legt, is het ontbreken van kennis over de belangrijkste oorzaak van alle soorten van problemen, die beletten dat we vaststaan in een ononderbroken, onophoudelijke voldaanheid. De verscheidene categorieën in de samenstelling van het heelal, die de Gietaa opsomt, wijzen erop dat de Ziel van het heelal niet is wat door de mens wordt waargenomen met de zintuigen of door de geest wordt overdacht, maar vooronderstellen het begrip, inzicht en alle kennis die de mens beweert te ontwikkelen of te bezitten. De God van het heelal is het hart ervan, het Transcendente Subject zonder een object, wat betekent dat problemen en moeilijkheden ontstaan door het tot object maken van het ware subject, de God in de mens, met andere woorden het onecht zijn jegens zijn eigen wezenlijke werkelijkheid of Zelf. Om de wereld volledig te kennen, moet de kenner onafhankelijk zijn van de wetten die de wereld regeren, anders zou volledige kennis onmogelijk zijn. Iemand wiens kennis wordt gecontroleerd door uiterlijke verschijnselen kan er nooit kennis van bezitten. De drang naar absolute kennis waarborgt de mogelijkheid van zo’n kennis. Dit toont aan dat kennis superieur is aan het gekende in zo’n mate dat het gekende zijn waarde van bestaan verliest in het licht van de absoluutheid van de kenner. De Bhagavad Gietaa legt de nadruk op het bestaan van deze staat van het Allerhoogste Zijn met uitsluiting van al het andere, in de verklaring “buiten Mij is er niets”.
Proberen absolute volmaaktheid te vinden in de wereld is dan ook vruchteloos, want, zoals Krishna zegt: “Dat is alleen mogelijk in het bereiken van Mij”, of in het zijn van de absolute kenner wiens kennis niets anders is dan wat hijzelf is.
Krishna worden is het Absolute worden. Daar alleen zijn eeuwige vrede, overvloed en geluk in hun onbezoedelde essentie. De voldaanheid die in de wereld wordt gevonden, is de geest van de kenner gezien door de spiegel van objectiviteit; het is de waarneming van zijn ideeën in concrete objectieve vormen, al is de basis van zulke vormen het Absolute Zelf of de universele Ziel. De herhaalde bevestigingen in de Gietaa om twijfels, problemen en zorgen te overwinnen door God te bereiken, in de betekenis van God te zijn, lossen het raadsel op van het leven in het heelal met zijn onoverkomelijke irritaties en vervelende ervaringen met de kennis dat de fundamentele vergissing het toekennen van werkelijkheid en zelfheid is aan gedachtevormen en dat echte volmaaktheid het gevestigd zijn is in het bewustzijn van Absolute Zelfheid.
De moderne mens vindt zichzelf wetenschappelijk en strikt rationeel. De Bhagavad Gietaa waarschuwt dat wetenschap en rationele kennis gewoon wetten en kennis zijn van de vormen van uiterlijke ervaringen, die in het geheel niet geldig zijn op zich. Ze zijn slechts geldig in zover ze verband houden met een ervarend subject, maar ze zijn ongeldig voor het noumenale Subject dat het hart is van zelfs de waargenomen of gekende vormen van ervaring. Ervaring is niet voorafgaand maar volgend op Zelfbewustzijn, dus zijn alle ervaringen in de wereld voortvloeisels van ideeën die uit bewustzijn oprijzen in zijn hoedanigheid van kennend subject wat het in wezen is. Het verschijnsel zou moeten verdwijnen in het Noumenon dat het Basis-bestaan is. Tenzij dit wordt bewerkstelligd kunnen problemen niet echt worden opgelost en wordt geen pijn weggenomen. De grote moderne problemen zijn een bagatel voor de wijsheid van de Gietaa, die wereldse wijsheid beschouwt als het paradijs der dwazen.
Het leven moet worden geleefd om de absolute volmaaktheid te bereiken die wordt aangegeven door de ethica van de Gietaa zelf. Het is het bedaren van passies, creatieve wil, het stoppen van alle psychische functies dat leidt tot een versmelting in Zelfbewustzijn.
>Daar alleen is vrijheid in dit heelal, daar alleen is echte en onbegrensde volmaaktheid, daar alleen is echte kennis, echte wijsheid. De wereld is de speciale wijze van denken en waarnemen van het Absolute door de functies van het vormen van ideeën of creatieve verbeelding. Het stoppen van die functies is bevrijding van alle problemen en het bezit van en leven in oneindige vrede. Dit is het hoogste woord van de Gietaa tot allen.
Moge je de vrijheid bereiken die geen grenzen kent en rusten in de vrede!